Het eerste bezoek

Als u ervoor terugschrikt om over uw incontinentieproblemen te praten, moet u zich realiseren dat artsen en verpleegkundigen heel vaak dergelijke klachten bespreken. Het is een normaal onderdeel van hun werk.

Hoe moet ik erover praten?

Er zijn allerlei manieren om uw klachten zo te omschrijven dat de medisch deskundige de aard en ernst ervan kan vaststellen.

Gebruik woorden die het voor u makkelijk maken uw klachten te beschrijven. Probeer dit zo precies mogelijk te doen. Zorg ervoor dat u AL uw klachten opnoemt. U moet bijvoorbeeld 's nachts vaak plassen (nycturie) en u verliest bovendien een paar druppels urine wanneer u hoest.

Heeft u pijnklachten, vertel dan wat voor soort pijn het is, waar u de pijn voelt, en wanneer.

Bespreek uw klachten

Voelt u pijn voor, tijdens of na het plassen? Voelt u krampen of een scherpe pijn? Voelt u de pijn in uw maag of verder naar beneden, in de buurt van uw vagina of scrotum (balzak)?

Als u uitgaat, kijkt u dan altijd eerst meteen waar het toilet is? Maakt u gebruik van een toiletgids?

Heeft uw urine een sterke geur? Moet u druk zetten om te kunnen plassen? Komt de urine in een krachtige straal of druppelsgewijs?

Voelt u wanneer uw blaas vol zit en voelt u de aandrang om naar de wc te gaan?

Als u die aandrang heeft, moet u dan rennen om op tijd de wc te halen? Of kunt u dat ook uitstellen, en zo ja, hoe lang?

Heeft u last van urineverlies, en zo ja, hoe vaak en hoeveel?

Bespreek uw dagelijks leven

Als u uw klachten liever op een andere manier bespreekt, kunt u bijvoorbeeld vertellen welke invloed uw blaasproblemen hebben op uw dagelijks leven.

Heeft u bijvoorbeeld veel was vanwege uw klachten? Zijn uw klachten van invloed op uw contacten met anderen?

Gaat u liever niet uit omdat u bang bent voor ongelukjes? Als u uitgaat, kijkt u dan altijd meteen eerst waar het toilet is? Maakt u gebruik van een toiletgids?

Vragen die u kunt verwachten

Er zullen vragen gesteld worden over uw medische voorgeschiedenis, bijvoorbeeld of u wel eens bent geopereerd. Ook wordt u gevraagd of u medicijnen gebruikt, en of u lijdt aan bepaalde ziektes, zoals bijvoorbeeld diabetes, en of u vaak blaasontsteking heeft. Vrouwen wordt gevraagd of ze kinderen hebben gekregen en hoe de bevalling verliep.

• Er worden vragen gesteld over uw toiletpatroon: hoe vaak u naar de wc gaat, en of het voor u bezwaarlijk is om naar de wc te gaan. Of u voelt wanneer uw blaas volzit en of u moet rennen om de wc te halen.
• Men vraagt u of u last heeft van urineverlies en wanneer (bijvoorbeeld wanneer u hoest of lacht, of tijdens het vrijen), en of u wel eens urine heeft verloren zonder dat u het had gemerkt.
• U moet de arts vertellen of u gebruikmaakt van incontinentiehulpmiddelen zoals incontinentieverband of luiers: wanneer u deze gebruikt, en hoe vaak u ze vervangt.
• Vertel de medisch deskundige of u last heeft van huidirritatie in de bekkenstreek.
• Vertel ook of u wel eens bloed in uw urine ziet, en of u wel eens pijn heeft in uw buik, uw bekken of uw rug.

Het is in uw eigen belang dat u open en eerlijk bent over uw klachten, zodat er een oplossing kan worden gezocht.

Houd een dagboek bij

Het kan buitengewoon nuttig zijn om gedurende een week voordat u naar de dokter gaat een plasdagboek over uw toiletgedrag bij te houden.

U houdt daarin bij wanneer u naar het toilet gaat (zowel overdag als ?s nachts); hoeveel en wat u drinkt, en wanneer; en hoeveel u plast (gebruik een maatbeker).

Noteer ook of u urine verliest, hoeveel dat is en wat u op dat moment aan het doen was.

Als u pijn voelt, beschrijft u deze zo precies mogelijk: hoe de pijn aanvoelt, waar u de pijn voelt, wanneer dat gebeurt en hoe lang het duurt.

Wat is er mis met me, dokter?

Met al deze informatie kunt u samen met uw arts vaststellen wat u heeft, en of dat ernstig is. Het is in uw eigen belang dat u open en eerlijk bent over uw klachten, zodat er een oplossing kan worden gezocht.