Bekkenbodem
De bekkenbodem is een spiergroep met een speciale vorm, vaak omschreven als een hangmat of draagband. De uitgangen van blaas en dikke darm – urethra respectievelijk rectum – lopen door de bekkenbodem.
De spieren zitten vast aan het staartbeen (ook coccyx of stuitbeen genoemd) en lopen door tot aan het schaambeen aan de voorzijde van het lichaam.
De bekkenbodem ondersteunt bij mannen de blaas en de dikke darm, en loopt vlak onder de prostaat langs. Bij vrouwen ondersteunt de bekkenbodem de uterus (baarmoeder), de blaas en de dikke darm.
We kunnen deze spieren bewust aansturen met behulp van elektrische impulsen die via een aantal zenuwen vanuit de hersenen naar de spieren worden gestuurd. Op die manier kunnen we de spieren aanspannen en ontspannen.
De bekkenbodemspieren zijn in normale toestand aangespannen, waarbij de uitgangen gesloten zijn (continentie). Als we naar de wc gaan, ontspannen we deze spieren, waarna de plasbuis opengaat.
De levator ani is een spiergroep in de bekkenbodemgroep. Deze groep is met name van belang voor de continentie. Bij zowel vrouwen als mannen omgeeft de levator ani het anale kanaal en de plasbuis, bij de vrouw bovendien de vagina.
Urethrale sfincters
De urethrale sfincters zijn ook van belang voor het ophouden van de urine. De man heeft er twee. De eerste, de interne sfincter of binnenste sluitspier, bevindt zich in de blaashals (alleen bij de man). Dit is een gladde spier, wat inhoudt dat de aansturing onbewust en automatisch gebeurt. Je kunt de interne sfincter dus niet bewust dichtknijpen.
De tweede sfincter, die zowel bij de man als de vrouw aanwezig is, is de externe sfincter of buitenste sluitspier. Dit is een ander spiertype dan de interne sfincter: we kunnen hem bewust aantrekken en ontspannen.
Bij de man zit de externe sfincter net onder de prostaat, bij de basis van de penis. Bij de vrouw loopt de externe sfincter door tot aan de blaas en deze omgeeft zowel de urethra (plasbuis) als de vagina.
Laatste pagina-update : 16 augustus 2007
